Jaar van uitgifte: 1994
Auteur: Adriaan Buter
In de jaren vijftig fietste meester Bos uit de Markelose buurtschap ‘Stokkum’ met de kinderen uit zijn hoogste klas zomers naar de zee om schelpen en haaientanden te zoeken. Niet aan het strand van Zandvoort, maar aan dat van Neede.
De leemkuilen van de Needse berg die nu verlaten en dichtgegroeid zijn, lagen toen nog open en arbeiders groeven er het zand uit dat zij ‘pele-mele’ noemden. Een vreemd woord dat ongetwijfeld uit de Franse tijd is blijven hangen. Het is het Franse woord voor ‘mengelmoes’ en inderdaad bestaat de ‘leem’ van de Needse berg uit een mengsel dat tussen je vingers vettig aanvoelt. En toch vonden meester Bos en zijn schoolklasje er de zeedieren waarvoor zij gekomen waren. Net als ikzelf (Adriaan Buter) en tientallen strandjutters uit het hele land die al in de jaren dertig van de vorige eeuw het ‘strand’ afstroopten dat schuil ging onder de bebossing en de korenakkers van de Needse berg. Want eenmaal golfde hier de zee.
Het is een beetje ‘mijn’ (AB) Needse berg waar dit themanummer over gaat. Als jeugdig amateur-geoloog heb ik er uren- en dagenlang door leem en klei gebaggerd en de grondslag gelegd voor de collectie Zwaleman.